GROEIPIJNEN

Enostosis is een aandoening die bekend staat onder de leken-naam: ‘groeipijn’. Dit omdat kinderen in de groei een botpijn vertonen die vanzelf overgaat, net als enostosis. Deze aandoening treedt vooral bij jonge (middel-)grote honden op rond de leeftijd van 6 maanden.

De pijn treedt plotseling op en verschijnt aan meerdere extremiteiten en wisselt van ernst. Het gevolg is dat de ene na de andere poot het meest pijnlijk en dus kreupel kan zijn. Deze ‘migrerende’ kreupelheid bij jonge honden gaat gepaard met pijnlijkheid tijdens het onderzoek van de pijpbeenderen.

Röntgenfoto’s

Op de röntgenfoto kunnen er na enige tijd typische verschijnselen worden opgemerkt zodat de dierenarts de diagnose met zekerheid kan stellen en een verschil kan zien met de vele andere aandoeningen die kunnen optreden in het skelet van de jonge hond, zoals de erfelijke Elleboog- en Heupdysplasie, OCD in schouder, elleboog, hak of kniegewricht en ander aandoeningen.

Oorzaak

De aandoening enostosis treedt op omdat de voedingskanaaltjes (de kanaaltjes in het bot waar de bloedvaten doorheen lopen van het beenvlies aan de buitenkant naar het beenvlies aan de binnenkant van het pijpbeen) zich minder verwijden om de groeiende vaten ongestoord te laten passeren. Hierdoor treedt er stuwing op (vergelijkbaar met een elastiekje om de vinger) waarbij vocht uittreedt zowel tussen het buitenste beenvlies en het bot als binnen in de holte van het pijpbeen. Trekken van spieren aan het botvlies bij het lopen of een putje drukken op of stoten van het beenvlies doet erg veel pijn. De onvoldoende verwijding van de kanaaltjes komt door onvoldoende activiteit van het bot-opetende cellen die voor het modelleren van het skelet van belang zijn. Deze cellen worden geremd door een hormoon (calcitonine). Calcium
Het vrijkomen van dit hormoon wordt bevorderd door calcium opname. Het is ons gebleken dat een overmaat aan calcium in het voer van de pup het aantal cellen dat calcitonine aanmaakt, verhoogt. Hierdoor zal een zelfde calcium-inname op latere leeftijd tot een verhoogd vrijmaken van calcitonine uit al die hormoonproducerende cellen leiden, waardoor de bot-opetende cellen meer worden geremd en dus het skelet minder modelleren. Hoge calcium-inname tijdens het jonge leven (vanaf 3 tot 6 weken, dus tijden het gedeeltelijk spenen), maar ook nog de eerste weken tot maanden daarna zal later het optreden van enostosis in de hand kunnen werken.

Verhoudingen

Een hond eet dus calcium omdat dit meekomt met de energie-bronnen. Van een voer met een bepaald calciumgehalte (bijvoorbeeld 1,2% van de droge stof) met een laag energiegehalte zal een jonge hond met een gezonde honger dus meer eten dan van een voer met 1,2% calcium op droge stofgehalte met een hoger energiegehalte.

Aangepast voer voor opgroeiende honden

De keuze moet dus zijn een voer met een verlaagd energiegehalte om overgewicht te voorkomen maar dat tegelijkertijd uitgebalanceerd is in z’n samenstelling met overige belangrijke voedingsstoffen (denk aan eiwitten, vitaminen en mineralen), maar waarvan het calciumgehalte dan ook naar beneden is bijgesteld (dus juist lager is dan de eerder genoemde 1,2%). Dit voer moet dan gegeven worden tot de hond (geheel of bijna) volgroeid is om de kans op het optreden van enostosis, maar ook van andere skeletafwijkingen te verkleinen.

bron: Delen van internet